Dag 1 |
De vredige vallei: Vertrekmis (dag 1 ochtend)
Het verhaal speelt zich af in een klein dorpje in Japan niet ver van het Jakazi gebergte. In deze vallei heerst er al 1000 jaar vrede. Hier wonen Jaco en zijn papa. De papa van Jaco is een getrainde samurai krijger. Jaco wil zoals zijn papa worden maar zijn papa vindt hem nog te jong.
Op een dag wanneer Jaco en zijn papa op het dorpsplein wandelen, zien ze mensen in paniek rondrennen, ze roepen: “Aku komt eraan!”. De papa van Jaco kijkt duidelijk geschrokken en zegt dat Jaco meteen moet wegrennen. Jaco volgt het bevel op en kijkt toe vanaf een schuilplaats. Zijn papa staat in het midden van het plein. Hij trekt zijn zwaard. De gedaante van Aku verschijnt. Zwart en lelijk, met groene ogen en een rode tong treedt Aku naar voren. Zijn hoorns steken af tegen de hemel. De papa stormt op Aku af. Zijn zwaard vliegt door de lucht. Net voordat hij bij Aku aankomt, doet Aku een beweging met zijn handen en spreekt hij een spreuk uit. De papa stopt direct met lopen en valt neer.
“De enige krijger die de vallei kan beschermen is zonet uitgeschakeld. Niemand anders kan me nu nog tegenhouden. Ik sluit deze krijger op in mijn schuilplaats.” Aku trekt Jaco’s papa weg om hem mee te nemen naar zijn schuilplaats.
We zien Jaco zijn huis binnenkomen. Hij zegt tegen zichzelf: “Wie kan er Aku nu verslaan? Ik moet Aku verslaan en mijn papa redden. Ik weet wel niet hoe ik dit ga doen.”
Jaco gaat slapen. Tijdens een droom hoort hij een stem. Het is de stem van zijn nonkel. “Jaco, als je naar mij toe komt, kan ik je trainen om een krijger te zijn zoals je papa. Kom snel naar de bergen, naar mijn hut. We hebben niet meer veel tijd voordat Aku de hele vallei overneemt”( Door de PUL stem van stick). Jaco schiet wakker. Nu kan hij met een duidelijk doel voor ogen aan zijn avontuur beginnen. Alleen heeft hij hiervoor nog krachtvoer nodig maar hij weet perfect waar hij moet zijn.
Jaco staat op en wandelt door het dorp. Het dorpshoofd komt naar hem toe en vraagt Jaco om hulp. In het gevecht met Aku en door alle chaos is de kaart van het dorp kapot gegaan. Omdat de vorige kaart maar een oud ding was, wil het dorpshoofd nu een moderne blueprint van het dorp maken. Jaco moet hem hierbij helpen.
De grote slang, die maakt mij niet bang: Sportdag (dag 1 avond)
Jaco weet dat hij een zware tocht voor de boeg heeft. Wat hij zeker nodig heeft, is krachtvoer en hij weet hier de perfecte plek voor. Hij gaat naar zijn favoriete kraampje. Jaco bezoekt Hinky Pinky, de bruine veterhandelaar uit China. Voor zijn tocht gaat hij een heleboel bruine veters nodig hebben als krachtvoer. Hinky heeft echter een probleem. Hij zal Jaco geen veters kunnen verkopen. Een handelaar moest Hinky Pinky namelijk bruine veters bezorgen. De handelaar is echter al twee weken te laat met zijn levering. Hinky is bang dat er hem iets overkomen is. Misschien is de handelaar wel beroofd of ligt hij ergens in een ravijn.
Hinky doet een voorstel aan Jaco. Als je naar je mentor gaat, moet je toch door de bergen en moerassen. Als je de handelaar tegenkomt, mag je de bruine veters die hij heeft gewoon bijhouden. “Hoe herken ik hem?”: vraag Jaco nog. “De handelaar heeft altijd een rode rugzak op.” Jaco gaat op weg en komt bij een grot. Hij klimt de grot binnen en merkt een skelet op, op de rug van dit skelet hangt een rode rugzak. Hij haalt de bruine veters uit de rugzak en loopt terug naar de uitgang. Opeens hoort hij een luid gesis (PUL), hij kijkt om en ziet een reuzenslang. De slang vraagt wat de vreemdeling in zijn grot doet. Jaco stelt zich voor. De slang lijkt niet zo blij. Onze jonge held moet zo snel mogelijk ontsnappen, hij roept de hulp van de leden in.
Als de slang even niet kijkt, bindt Jaco de veters van de slang aan elkaar. De slang probeert hem te achtervolgen maar struikelt. Jaco ontsnapt uit de grot. Tijdens deze ontsnapping grijpt hij de rugzak. Hierna bedankt hij de leden voor hun hulp. |
Dag 1 in de ogen van de Kabouters |
We mochten met veel enthousiasme melden dat het kamp dit jaar weer in zijn normale vorm kon doorgaan. Maar de Corona realiteit is nog niet verdwenen. Daarom begon het kamp dit jaar met een voor velen minder leuke activiteit, de sneltest. Desondanks alle negatieve testen, was er toch positief nieuws, iedereen kon mee op kamp ;) Voor de kabouters en de rest van de drie jongste afdelingen begon het kamp pas echt, toen de testen waren afgelopen, met de uitleg van de regels op de kampwei. Hier werden dan ook de eerste spelletjes gespeeld. Voor de rest van de namiddag trokken we er op uit. We speelden, maakten ons vuil, richtten onze tent in en werden gematcht met een aspi die het heel kamp zal dienen als onze waspeter. Tijdens het eerste avondmaal kregen we vidée met frietjes voorgeschoteld. Toen de buikjes rond waren gegeten, dachten we dat de dag gedaan zou zijn, maar niets was minder waar. Tussen al het spel en plezier mogen we natuurlijk niet vergeten dat we op kamp zijn met een missie: het helpen van Jaco op zijn zware tocht. We hielpen hem uit de nood toen hij stuitte op een gevaarlijke slang die de doortocht verhinderde. Hiervoor moesten de mannen een sportavond doen om koord bijeen te zamelen waarmee de veters van de slang aan elkaar werden gebonden. Tot snel! De kabs |
1
Dag 1 |
2
Dag 2 |
3
Dag 3 |
4
Dag 4 |
5
Dag 5 |
6
Dag 6 |
7
Dag 7 |
8
Dag 8 |
9
Dag 9 |
10
Dag 10 |