Andresitos verkocht (vertrekmis)
We situeren ons in het Mexicaanse dorpje Andresitos, dichtbij de grens met de Verenigde Staten. In het dorpje is opschudding ontstaan nadat de hojpa, zeg maar de plaatselijke burgemeester, heeft beslist om de dorpsgrond te verkopen aan een groot Amerikaans oliebedrijf. Hij heeft dit nieuws verkondigd aan het hele dorp en dit werd uiteraard niet al te goed onthaald. Volgens de hojpa zelf verkocht hij enkel ten voordele van de werkgelegenheid in de regio maar de inwoners zijn ervan overtuigd dat het voor zijn eigen winst is gebeurd.
Ook de broers Duro en Bo zijn absoluut niet tevreden met het nieuws dat ze gehoord hebben. Ze gaan het dan ook meteen vertellen aan hun vader José die op sterven ligt en niet meer zo lang te leven zal hebben. Vader José is ongelooflijk verbouwereerd wanneer hij het nieuws te horen krijgt, en hij geeft de jongens dan ook een niet te misverstane boodschap:
‘Jongens, mijn laatste wens was dat jullie samen met jullie vrouwen, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en alle miserie die daar nog na komt een goed leven zouden uitbouwen in ons geliefkoosde Andresitos. Ik ben ervan overtuigd dat ons dorp voor iedere Mexicaan de beste plaats is om te wonen. Ik draag jullie dan ook op om ervoor te zorgen dat de toekomst van het dorp verzekerd wordt. Wees man uit één stuk, die geen spotlach meer hoort! Alleen zo zal ik met een gerust gemoed kunnen heengaan.’
Duro en Bo beloven hun vader dat ze zijn wens zullen inwilligen. Wanneer ze echter buiten zijn, geven ze elkaar te kennen dat dit wel een heel lastige taak wordt. Duro, die een wat duister verleden heeft, wil de grote oliebaron graag ‘een pakske kletsen geven zodat hij bij zijn mama een koekske moet gaan vragen’ maar Bo toomt hem wat in. Uiteindelijk beslissen de broers om er wel degelijk voor te gaan.
Zo vertrekken ze dus op pad, richting de Large Oil Service Eric Reagan, want dat is de naam van het grote oliebedrijf. Of ze het ooit gaan vinden, laat staan met de grote baas kunnen spreken is een ander paar mouwen maar uit respect voor hun vader kunnen ze niet anders dan het te proberen.
Het Mexicaans worsteltornooi(nachtspel)
Na een lange dag wandelen beginnen Bo en Duro te twijfelen of ze nog wel weten waar ze nu net zijn. Op aanraden van Bo zijn ze namelijk echter een random weg ingewandeld met als gevolg dat ze al zeer lange tijd aan het wandelen zijn zonder enige vorm van leven gezien te hebben. Duro verwijt Bo zijn fantastische ideeën en beseft dat hij nooit had moeten luisteren. De tocht dreigt dus vanaf het begin al goed mis te lopen.
Op een bepaald moment gaat de weg over in een bospad en met de invallende duisternis maakt het dat allemaal nog een pak moeilijker natuurlijk. De enige oplossing is echter blijven doorwandelen want als ze terug zouden gaan zouden ze een pak tijd verliezen. Na wat wanhopig getaffel van de bovenste plank, zien ze plots in de verte een licht schijnen. De broers zijn dan ook dolgelukkig dat ze eigenlijk een aanknopingspunt hebben gevonden.
Als ze dichterbij komen blijkt het echter niet om een gewoon dorp te gaan maar zien ze enkel vieze mannen met maskers en daar rond een hoop schreeuwende mensen. Bo besluit de weg te gaan vragen aan een man die een soort van ‘kassa’ lijkt te bemannen. Deze is echter bijzonder onverstaanbaar en voor ze het goed en wel beseffen krijgen de broers een borstnummer in hun handen geduwd. Duro is in shock:
‘Verdorie man, ge hebt dervoor gezorgd dat we in een waar Mexicaans worsteltornooi terecht zijn gekomen, nu staan we hier schoon. Da zijn vieze mannen zur, die hier komen vechten. Die zijn nie tevreden met iemand die ko ligt, der moeten en zullen altijd doden vallen. Kom, we zullen maar rap gaan kijken naar de andere wedstrijden dan kunnen we misschien nog wat skills bijleren.’
De broers weten nu hoe ze moeten vechten. Ze hopen dat ze genoeg hebben geleerd en wagen hun leven, zodat ze eindelijk verder kunnen. |