Dag 4: Een identiteitsprobleem (Dauwspel)
Sam en Benjamin zijn aan het wandelen door de straten. Sam is continu aan het zuchten en het is duidelijk dat hij iets op zijn lever heeft liggen, dus Benjamin vraagt hem, na zich geërgerd te hebben aan het gezucht van zijn vriend, wat er nu eigenlijk scheelt.
“Ja Pfff….Ik heb er eens over zitten nadenken. Sam, dat klinkt toch niet echt super hé? Welke superheld komt aan en zegt: Ik ben er, Sam! Hoe belachelijk klinkt dat. Dat is juist hetzelfde als ik zou zeggen dat de Scouts beter is dan de Chiro. Niet COOL dus hé!”
“Maar in wat?” vertelt Sam. Hij ligt er al de hele tijd van wakker in bed. “Als ik een echte superheld wil zijn, niet alleen met een superhelden-kostuum of coole gadgets, moet ik ook een ‘Super’ helden naam hebben.” “Weet je wat? We gaan gewoon naar het stadhuis bij de dienst ‘bevolking’ en daar zullen we eens gaan vragen wat de coole superhelden namen zijn tegenwoordig” zegt Benjamin.
Sam en Benjamin komen aan op het stadhuis bij de dienst bevolking. Een mooie vrouw zegt dat Sam en Benjamin tot haar mogen komen: “Vertel het eens, waar kan ik de heren mee van dienst zijn?” “Ik zou graag mijn naam willen veranderen. Ik ben namelijk een superheld genaamd Sam. Maar….dat klinkt natuurlijk niet zo super, weet je wel…” De vrouw helpt hen graag verder: “Natuurlijk! Dat is geen enkel probleem. Als u hier de gang volgt en de derde deur aan de linkerkant binnengaat zal u verder geholpen worden.” Sam volgt haar instructies op, maar al snel wordt duidelijk dat hij op veel verschillende plaatsen zal moeten zijn voordat zijn naam echt zal veranderd worden.
SPEL OM DE PROEVEN TE DOORSTAAN
‘Yes, We Can!’ zei ooit een groots man, en zo deed Sam het ook. Alle proeven zijn geslaagd. Nu mag hij eindelijk zijn naam veranderen. Na lang denken zegt hij: “Ik ga voortaan als Mega Sam door het leven!” Benjamin kijkt super blij en knikt. De vrouw aan de balie knikt ook, maar...nee. “Onze excuses...Deze naam is al ingenomen. Dat is de neef van Mega Toby. Euhmmmm….wat is dat eigenlijk dat je aanhebt? Misschien kunnen we daar iets mee doen.” “Euhm, dat weet ik eigenlijk zelf nog niet zo goed. Ik ben gewoon zo wakker geworden” zegt Sam. De vrouw vervolgt: “Dus het is eigenlijk je pyjama? Oké, dan heet je vanaf nu ‘Pyjama Sam’. En ga nu maar vlug naar buiten want mijn werkdag zit erop.” Ze klopt nog met een stempel op een groot blad en geeft het papier aan Sam. Inderdaad: er staat Pyjama Sam….
Dag 4: Nieuw licht in De Donkere Stad (Leiderscup)
Sam en zijn vriend Benjamin hebben het gered tot de volgende stad, aan de grens staat een plaat met de stadsnaam: De Donkere Stad. En inderdaad, zodra ze de grens passeren wordt het meteen donker en kil. Langs beide kanten van de grote weg waar ze zich op bevinden staan torenhoge gebouwen. Allen zijn ze even pikzwart en ze geven een even duister gevoel als de rest van hun huidige omgeving. Toch is er iets speciaal aan deze plek, alles ziet er nog goed onderhouden uit, ondanks dat er nergens een spoor van leven te vinden is.
Dit alles zorgt dat Sam uiterst voorzichtig verder gaat. Na een tijd te wandelen komen ze aan de rand van de stad, met aan de rand van het bos een klein huisje. Wanneer ze een kijkje gaan nemen, zien ze aan tafel een kleine man zitten met een fles in zijn hand en zijn hoofd op tafel die zijn roes aan het uitslapen is. Onze vrienden gaan dichterbij en maken hem wakker om te vragen wat hier allemaal aan de hand is. Hij verschiet zich eerst, alsof hij niet meteen verwacht had om iemand tegen te komen, maar stelt zichzelf dan voor en geeft hen meer uitleg over deze duistere plaats:
“Mijn naam is Oskar Tuzman, de plaatselijke zondebok.”, zegt hij met een sarcastische ondertoon: “Vroeger was dit een zeer levendige stad, maar omdat mijn familie niet bepaald goede mensen waren, dacht iedereen hetzelfde van mij. Ondanks dat ik mijn familie evenzeer haat nadat ze me als kind alleen achter lieten hier. Al jaren leef ik alleen in mijn hut hier aan de rand van het bos, maar steeds met het gespot van de mensen in de stad. Toen ik op een keer in het bos aan het jagen was met mijn boog, het enige wat ik wel had gehouden van mijn familie, kwam ik een vreemd klein kereltje, genaamd Rumpel, tegen dat een deal met me wou sluiten: hij zou ervoor zorgen dat het gespot zou ophouden in ruil voor mijn boog. Misschien belangrijk om erbij te vermelden dat de boog nogal speciaal was, met deze boog raakte je altijd. Natuurlijk ging ik akkoord, maar die kleine Rumpel bleek nogal een sluw kereltje te zijn. Hij hield zich uiteindelijk wel aan zijn woord, maar de manier waarop is afschuwelijk! Alle dorpelingen zijn bevroren en de hele stad is verduisterd, het lijkt wel of de tijd er is blijven stilstaan.”
Sam en Benjamin zijn totaal omvergeblazen door Oskar’s verhaal, ze vragen hem of ze kunnen helpen. Oskar zegt hen dat enkel de kleine Rumpel de vloek kan opheffen en die woont diep in het bos. Volgens Oskar is het haast onmogelijk om het geniepige ventje te overtuigen. Aangekomen bij Rumpel, zegt hij dat nog nooit iemand er in is geslaagd om hem te overtuigen een deal ongedaan te maken, maar dat wel al velen het probeerden. Het enige wat ze volgens Rumpel moeten doen, is hem verslaan met armworstelen. Sam gaat dus op zoek naar een sterke vriend om hem te helpen.
SPEL OM RUMPEL TE OVERTUIGEN
Nu de vloek is opgeheven vertelt een van de dorpelingen hoe ze heel die tijd bij bewustzijn waren, maar gewoon hun lichaam bevroren was. De man bedankt Sam, maar die zegt dat hij Oskar zou moeten bedanken. Zonder hem was het nooit gelukt. Oskar wordt in de stad verwelkomt als een held en mag voortaan in de stad gaan wonen bij zijn nieuwe vrienden.
Dag 4: No need to hide, when it’s dark outside (Schemerspel)
De avond valt en Sam zegt dat ze best al een slaapplaats gaan zoeken. Benjamin legt uit dat het nog wel even wandelen is, maar Sam wil absoluut al een slaapplaats hebben gevonden voor het donker is.
“Maar allé...waarom moet ge nu absoluut al een slaapplaats hebben? We kunnen toch nog even wandelen. Over 5km is er een leuke herberg en daar kunnen we dan overnachten.” “Nee nee nee. We moeten echt wel nu een slaapplaats hebben. Anders zijn we te moe en kan ik misschien morgen geen superhelden daden verrichten.” zegt Sam. “Pfff….dat is onzin! Zijt ge misschien bang voor het donker?” zegt Benjamin al lachend.
Sam kijkt naar onder en word een beetje triestig. “Zijt ge echt bang voor voor het donker?” “Maar...Hoe? Wat? Hoe kan dat?” vraagt Benjamin “Ik weet het niet” zegt Sam. “Ik ben gewoon niet zo voor het donker. Ge ziet weinig en weet niet wat er dan misschien wel gebeurd.”
Benjamin kijkt naar hem met een lach en zegt: “Ik zal u dan eens helpen om niet zo’n schrik te hebben. Ik heb daar nog wel enkele trucjes voor.”
SPEL OM ZIJN ANGST TE OVERWINNEN
Na alle tips en trics die Benjamin hem heeft gegeven voelt Sam zich stukken beter. Maar...ondertussen is het al wat donker geworden en zijn de twee heren wel zeer moe geworden. Ze besluiten dan ook maar om een slaapplaats gaan zoeken.
|